Transparantie in het publieke domein

12 december 2023
Transparantie. Een veel gebezigd woord en concept in onze werkpraktijk. En tegelijkertijd nog steeds een ingewikkeld onderwerp voor veel omgevingsprofessionals. Inclusief onszelf. Als je de krant openslaat, het journaal kijkt of een onderwerp volgt op sociale media is er een grote kans dat je iets ziet dat raakt aan het onderwerp transparantie of een gebrek eraan. We horen de term vaak als het gaat over spannende onderwerpen in ons publieke debat. Transparantie wordt dan genoemd in situaties waarbij er twijfels zijn of er over alle belangrijke zaken openheid is gegeven, en of iedereen wel toegang heeft tot belangrijke informatie. Voorbeelden zien we bij de inentingscampagne rondom COVID, de stikstofproblematiek of de toeslagenaffaire. Discussies over transparantie gaan verder dan alleen het werk van overheden. We zien het ook bij activiteiten van bedrijven die ter discussie staan zoals Schiphol en Tata Steel, die ook een prominente plek hebben in het publieke domein.

In onze werkpraktijk zijn wij vaak pleitbezorgers voor meer transparantie. Over het algemeen is er namelijk eerder sprake van te weinig, dan van teveel transparantie. Maar wat is transparantie eigenlijk? Wat bedoelen we daar precies mee? Welke rollen zijn er in deze dynamiek? En waarom is transparantie dan belangrijk? Op die vragen (en meer) hebben wij geprobeerd antwoord te geven met dit artikel. Enerzijds vanuit de oprechte interesse en ambitie om het concept beter te doorgronden. Anderzijds om daarmee zowel onszelf, als onze mede vakgenoten meer handelingsperspectief te bieden in relatie tot dit onderwerp. Want waar moet je eigenlijk allemaal over nadenken in relatie tot transparantie? Wat betekent het voor mijn project? We behandelen kenmerken van transparantie, toegevoegde waarde en uitdagingen, constructieve en destructieve transparantie en nog veel meer.

Nieuwsgierig geworden en wil je hier meer over weten? Download hieronder de volledige publicatie! En laat ons weten wat je er van vindt.

Auteurs: Thijs Kraassenberg en Jeroen Medema