Blog: The State of Conflict 2019, conflict en democratische vernieuwing

07 januari 2020
Op 28 november 2019 vond de jaarlijkse The State of Conflict conferentie plaats, een initiatief van Public Mediation en de Universiteit van Amsterdam, in samenwerking met WesselinkVanZijst. Het thema van dit jaar was conflict en democratische vernieuwing.

Conflict raakt ons allemaal: maatschappelijke verandering bestaat immers bij de gratie van conflict. De democratie dient ons te helpen die veranderingen vreedzaam te laten verlopen, terwijl het ook ruimte moet bieden voor verschillende denkbeelden en belangen in de samenleving. Maar zowel de conflicten, als de context waarin ze zich manifesteren, veranderen. Als onze democratie niet mee verandert, gaat dat op den duur ten koste van haar effectiviteit.

Denk bijvoorbeeld aan wetenschappers en scholieren die aan de bel trekken voor het klimaat; boeren en bouwers die zich zorgen maken over hun werkzekerheid; onderwijzers en zorgverleners die bezwijken onder een te hoge werkdruk; en voor- en tegenstanders van Zwarte Piet die inclusiviteit en behoud van culturele identiteit bevechten.

Elk van deze groepen heeft legitieme belangen die op het spel staan. Maatschappelijke trends zoals klimaatverandering, vergrijzing en mondialisering spelen hierbij een belangrijke rol. Tel daarbij op dat burgers steeds meer toegang hebben tot informatie en zich minder makkelijk in groepen laten vertegenwoordigen, en het wordt duidelijk dat onze democratie serieus op de proef wordt gesteld. Reden genoeg voor een conferentie over de relatie tussen conflict en democratische vernieuwing.

Soft Spaces
Twee keynote speakers, prof. dr. Maarten Hajer en dr. Marianella Sclavi, lieten hun licht schijnen over de uitdagingen van de hedendaagse democratie.

Hajer en Sclavi begonnen met de observatie dat hedendaagse complexe vraagstukken nog altijd op traditionele manieren benaderd worden. Zo worden overlegstructuren van de SER uit de jaren 50 van de vorige eeuw vandaag de dag aangewend om tot een akkoord te komen over het klimaat. De geïnstitutionaliseerde democratie zoals we die kennen, heeft een stug en hiërarchisch karakter. Terwijl de complexiteit van huidige maatschappelijke problemen juist om meer adaptiviteit en bredere participatie vraagt.

Die adaptiviteit mist in de democratische instituties zoals we die nu kennen. Hajer merkt op dat wanneer er grote veranderingen nodig zijn, instituties vaak vastlopen. Daarom pleit hij voor het gebruik van ‘soft spaces’. Soft spaces zijn vrije ruimten waarin vernieuwende initiatieven een kans hebben. Ze bieden een plek waar verschillende organisaties en belanghebbenden die normaliter niet samen zouden werken, elkaar vinden. In deze omgeving is er ruimte voor chaos en is het doel soms onduidelijk – wat zorgt voor vrijheid en creativiteit. Juist zo’n informele organisatievorm kan tot vernieuwing en versnelling in denken en handelen leiden. Omdat de democratie zoals we die kennen nu vast zit in ‘hard spaces’, is het soms nodig een vraagstuk uit de politiek te halen, ruimte te geven in een soft space, om het vervolgens weer terug te geven aan de politiek.

Een soft space kan dus een alternatief bieden wanneer klassieke instituties vastlopen, of anders gezegd, wanneer er een institutioneel vacuüm ontstaat. De verandering wordt dan niet meer ‘top-down’ doorgevoerd, maar in vaak verrassende coalities tussen stakeholders. Overheden maken daar meestal onderdeel van uit, maar hebben niet meer automatisch een initiërende en aansturende rol.

Adaptieve professionals
Hajer’s pleidooi voor soft spaces krijgt verdere invulling door Sclavi’s voorstelling van professionals die zich rondom complexe problemen en in soft spaces bewegen. Voor democratische vernieuwing is het niet alleen nodig dat instituties, maar ook de professionals binnen die instituties adaptief zijn. De professional dient volgens Sclavi een ‘reflective practitioner’ te zijn. Deze professional is in staat te reflecteren, te leren en werkwijzen te herzien. Dit vraagt om een houding waarin diversiteit niet als een probleem gezien wordt, maar als een kans om te leren over verschillende perspectieven. Macht wordt daarbij niet gebruikt om de ander te overtroeven, maar als een middel om de collectieve kennis te vergroten. Het gesprek heeft niet de vorm van een discussie waarin standpunten verdedigd worden, maar de vorm van een dialoog waarin zorgen en behoeften worden gedeeld.

Vooruitblik
Onze democratie wordt door hedendaagse complexe problemen op de proef gesteld. Gelukkig begint ook de democratische vernieuwing langzaam op gang te komen. Momenteel experimenteren overheden met bijvoorbeeld burgerpanels en digitale platforms om inwoners en bestuurders met elkaar in contact te brengen. Ook de aanstaande Omgevingswet, waarbij meer nadruk komt te liggen op participatie en co-creatie, is een voorbeeld van de vernieuwende democratie.

Toch valt er nog veel te winnen en daarbij hoeven we niet altijd zelf het wiel uit te vinden. Voor sommige vernieuwende democratische werkwijzen hoeven we enkel even over de grens te kijken. Sclavi verwijst bijvoorbeeld naar participatievormen als ‘Debat Public’ (Frankrijk), ‘Negotiated Rulemaking’ (VS), ‘XXI century town meetings’ (VS), ‘Participatory budgetting’ (Brazilië) en het internationale ‘Open Space Technology’.

De noodzaak tot democratisch vernieuwen komt met onzekerheid. Het is een proces van vallen en opstaan, en het levert tal van vragen op. We moeten het samen doen, en om die reden is het belangrijk dat er kruisbestuivingen als de The State of Conflict georganiseerd worden, waar academici en professionals, denkers en doeners, en theorie en ervaring bij elkaar worden gebracht. Bij WesselinkVanZijst zijn we blij daar een bijdrage aan te kunnen leveren.

Voor een sfeerimpressie van The State of Conflict 2019, klik hier.

Auteur: Robin Schram