Artikel: Uitglijden over transparantie

25 oktober 2021
Transparantie: daar kun je alleen maar vóór zijn! Zo lijkt het althans als je debatten volgt waarin het woord transparantie genoemd wordt. Toch is de toepassing ervan voor omgevingsmanagers niet zo eenvoudig. Op de Landelijke OmgevingsManagement Dag (LOMD) van 4 oktober verzorgden Thijs Kraassenberg en Stefan Szepesi twee workshops over het thema 'Uitglijden over Transparantie'.

Transparantie heeft iets kleverigs. Als het thema eenmaal speelt laat je het niet zomaar achter je. Vaak ook is het een containerbegrip voor allerhande zaken die er direct of indirect mee verwant zijn. Duidelijkheid, betrouwbaarheid, vertrouwen, voorspelbaarheid, toegankelijkheid, etc.

Als je transparantie gaat afpellen kom je verschillende lagen van vragen tegen:
Het wat: welke informatie is beschikbaar, tot op welk niveau en waar ligt de grens van informatie die wel en niet gedeeld gaat worden?
Het hoe: welke stappen worden doorlopen in het delen van informatie, welke communicatieprocessen of werkwijzen zijn van toepassing?
Het waarmee: via welk kanaal wordt informatie toegankelijk gemaakt en wordt de doelgroep het beste bereikt?
Het wanneer: welke timing voor het delen van informatie wordt toegepast, wanneer is vroeg genoeg?
Het waarom: welke feiten en overwegingen liggen ten grondslag aan een besluit of bepaalde informatie wel of niet te delen?

Als we transparantie toepassen, wat voor positieve effecten kan dit dan hebben op het omgevingsmanagement en daarmee, direct of indirect, op de opgave?

We zien zes categorieën van positieve effecten:
  • Het vergroten van de geloofwaardigheid van het project/de opgave.
  • Het vergroten van begrip voor elkaar en elkaars belangen.
  • Het voorkomen van verrassingen.
  • Het vergroten van de oplossingsruimte: het delen van informatie nodigt uit tot het delen van extra inzichten/ideeën van direct belanghebbenden of experts.
  • Het verbeteren van gelijkwaardigheid; belanghebbenden kunnen een informatie-achterstand makkelijker inlopen en zo ontstaan er vermogende stakeholders die meer gelijkwaardig aan tafel zitten en minder snel een andere arena opzoeken om het conflict aan te gaan.
  • Het toegankelijk maken van de blik van buiten: het projectteam kan zich bewuster worden van wat er speelt en hoe er tegen het project aangekeken wordt.

Maar we zien ook zes categorieën van nadelige effecten:
  • Het blokkeren van reflectie: transparantie zorgt ervoor dat partijen die in een gevoelig dossier zitten met elkaar minder open kunnen zijn over zichzelf, de situatie of de interactie.
  • Diepere loopgraven: partijen zetten sneller de hakken in het zand omdat transparantie het risico meedraagt dat de achterban gaat vinden dat er niet “hard” genoeg gevochten wordt voor hun belangen.
  • Minder experimenten: er wordt minder uitgeprobeerd, omdat achteraf in detail te reconstrueren is wie er op welk moment ongelukkige beslissingen heeft genomen.
  • Berekend gedrag: er wordt voorgesorteerd op het openbaar worden van gesprekken en schriftelijke notities: het WOB-verzoek van morgen werpt haar schaduw op de dag van vandaag.
  • Verminderde activiteit: stagnatie als gevolg van transparantie. De gevolgen kunnen nog niet worden overzien, acties blijven uit en (dreigende) transparantie wekt verstarring in de hand.
  • Vinger wijzen: het is aantrekkelijker om een papieren spoor van vingerwijzingen achter te laten zodat wanneer ongunstige informatie naar buiten komt de reconstructie kan aantonen dat je eigen partij allang waarschuwde voor de risico’s; de sfeer aan tafel wordt daarmee een stuk grimmiger, meer gesloten en dus minder constructief.

Als transparantie wordt gezien als een situatie waarbij alle informatie voor iedereen altijd voorhanden is, kleven er toch best veel nadelen aan dit uitgangspunt. Terwijl openheid tussen partijen veel moois op kan leveren. Zeker als het past in een patroon en het bijdraagt aan voorspelbaarheid en vertrouwen in wat er met elkaar moet gebeuren. Soms is het zelfs cruciaal om voortgang te kunnen boeken. Transparantie zullen we goed moeten doordenken en vormgeven op zo’n manier dat het aansluit op de verschillende niveaus waar contact plaatsvindt over het onderwerp waar we aan werken.

Onze collega’s Jeroen Medema en Thijs Kraassenberg werken aan een paper over transparantie, waarin we dieper op dit onderwerp in gaan en ook de condities beschrijven waaronder transparantie kan werken.